Vervang deze tekst door informatie over jou en je bedrijf of voeg informatie toe die handig zal zijn voor je klanten.
door Wuwen Zi
De DAO DEH JING van Lao Zi
(Bovenstaande titel en ondertitel worden waarschijnlijk zo vermeld op het naar ik verwacht in 2023 te verschijnen boek.)
Dit is een heel bijzonder boek: het is na de bijbel het meest vertaalde en uitgegeven boek.
En toch is het geen boek en het is ook niet door Lao Zi geschreven!
Wat is het dan wel? Een compilatie van uitspraken die toegeschreven zijn aan de Oude Meester van de Dao, Lao Zi. Deze zijn na mondelinge overdracht door zijn leerlingen en toehoorders rond 370-350 v.C. genoteerd op bamboestroken, nog weer later op papier.
Waarom breng ik hier alweer een vertaling van dit ‘boek’? Simpel, uit onvrede met alle andere vertalingen! Waarom deze onvrede?
- veel auteurs gaan er van uit dat er één schrijver is van de DDJ, met name Lao Zi. In feite bevat de DDJ veel uitspraken die toegeschreven worden aan Lao Zi, maar deze zijn door zijn leerlingen en toehoorders eerst mondeling doorgegeven en pas rond 370 v.C. voor het eerst op schrift gesteld. Pas rond 200 v.C. is er sprake van een 'geschrift' met zo'n 5000 karakters wat door Lao Zi geschreven zou zijn.
- vrijwel vertalingen hebben de verpolitiekte versie van de DDJ van ene Wang Bi van een 200 n.C. als basis zonder dit expliciet weer te geven - of de auteur is zich er niet van bewust dat dit maar één versie van de oude DDJ is. De vertalers die de oudere versie (Guodian en MWD) gebruiken zijn meestal (al dan niet bewust) sterk beïnvloed door de versies van Wang Bi en Hesshang Gong die beide geschreven zijn voor een Heerser.
- de meeste vertalers hebben geen ervaring met meditatie, wat toch de kern van de 'leer zonder woorden' (H.2 DDJ) van Lao Zi is en zijn niet of weinig belezen in andere meditatie richtingen zoals Zen, Yoga en Advaita Vedanta.
Wie ben ik dat ik denk dat ik een wezenlijk andere vertaling kan maken en rechtvaardigen?
Rond 1980 ben ik als leek begonnen met de beoefening van Zen meditatie, na eerdere kennismaking met Yoga en Transcendente Meditatie. Al lezend in de Zen literatuur kom je al gauw tot de ontdekking dat Zen twee wortels heeft, het Boeddhisme en het Daoïsme. De Boeddhistische wortel is voldoende bekend, vanuit de legenden van de Zenpatriarchen die terug te voeren zouden zijn op de Boeddha. De Daoïstische wortel is veel minder bekend. Wie zich daarin verdiept komt uit bij de Dao Deh Jing van Lao Zi en de Zhuangzi van Zhuang Zhou. Het eerste hoofdstuk van de Dao Deh Jing is in alle vertalingen (honderden!) mystiek te noemen, het tweede hoofdstuk is op zich duidelijk en verwijst al naar de ‘leer zonder woorden’ die later door Zen is overgenomen. Aan het eind van het tweede hoofdstuk staat dat ‘een Wijze het niet(s)doen beoefent’ – in het derde hoofdstuk wordt ineens overgeschakeld naar de Wijze ‘als hij regeert’. Deze onlogische stap heeft geleid tot verder onderzoek en dan kom je tot de ontdekking dat vrijwel alle vertalingen van de Dao Deh Jing zijn gebaseerd op één versie, die van ene Wang Bi van een 200 jaar n.C. die op basis van oudere DDJ’s een verpolitiekte versie samenstelde, met commentaar, om zijn vorst te behagen. Dit is uiteindelijk de ‘standaardversie’ van de DDJ geworden, zodanig dat veel (her)vertalers niet eens weten dat er in het oude China vele tientallen, zo niet honderden versies circuleerden.
Daarna ben ik me verder gaan verdiepen in het Daoïsme, ook als bron van Zen. Dat heeft geleid tot de website daoisme.nl en tot twee boeken waarin de relatie tussen Dao en Zen aan de orde komt. De website geeft veel informatie over het Daoïsme en een gedeeltelijke vertaling van de DDJ.
Het eerste boek, Mediteren met Lao Zi, geeft een ver/hertaling twee onbekende aan Lao Zi toegeschreven geschriften, de Qing Jing Jing en de Nei Riyong Jing. Deze heb ik voorzien van commentaar vanuit vooral Zen, maar ook vanuit andere mystieke tradities. Het tweede boek, De Zenmeester die blafte’, bestaat uit 81 teksten uit de literatuur van Zen en Dao waaruit het sterke onderlinge verband moge blijken.
Mede in verband met het schrijven van beide bovengenoemde boeken ben ik me nog verder gaan verdiepen in de Dao Deh Jing en heb ik besloten deze in zijn geheel te gaan vertalen – een karwei dat veel tijd vergt.
Mijn vertaling wijkt op een aantal essentiële punten af van andere boeken met de DDJ die u misschien gelezen hebt:
De Vorm: Lao Zi is hier in gesprek met leerlingen en andere toehoorders. Hij spreekt en/of beantwoord vragen. Dit is een veel realistischer weergave van zijn ‘leer zonder woorden’ dan de fabel dat hij op verzoek van een grenswachter de DDJ zou hebben opgeschreven. Tevens verklaart het de onlogische volgorde van de teksten. in de Zhuangzi is Lao Zi ook steeds in gesprek met leerlingen, een andere Dao Wijze of met Confucius als leerling.
De Visie: Lao Zi wordt hier gezien als Verlichte leraar die spreekt over het metafysisch begrip zoals de Dao en meditatie. Uitdrukkelijk wordt afstand genomen de later politieke filosofie. Het werk wordt er logischer en duidelijker door.
De Basis: voor de vertaling is gebruik gemaakt van zes oude Chinese versies zoals weergegeven door Nina Correa.; elk karakter is bezien naar de Engelse vertaalmogelijkheden en dan omgezet naar Nederlandse zinnen vanuit de bovengenoemde visie.
De Werkwijze: Naast de zes vertalingen als basis heb ik voor elk hoofdstuk vele, soms tientallen, andere vertalingen geraadpleegd. Van vrijwel elke vertaling valt wel wat te leren! Daarnaast maak ik gebruik van teksten van andere Verlichte leraren zoals van Zenmeesters, de Advaita Vedanta en Yoga.
De DAO DEH JING (in opbouw) H.1 t/m H.25 en H.65
T.z.t. komt er in een apart deel van de website uitvoeriger commentaar op die hoofdstukken waarin een korte toelichting zoals hier gegeven m.i. niet volstaat. De citaten uit de Zhuangzi zijn tenzij anders vermeld ontleend aan de vertaling van Kristofer Schipper.
H.1
Lao Zi’s leerling Guan Yin Zi stelde de vraag:
“Meester, wilt U tot ons spreken over de Dao?”
Lao Zi, in diepe concentratie, gaf het volgende antwoord:
“De Dao die als Dao benoemd kan worden is niet de ware Dao,
De naam waarmee iets benoemd wordt is niet het ware ding”
“ De naamloze Leegte, het 'niets':
hierin komen de 'tienduizend dingen',
alle verschijnselen, tot stand
Benoemt als Vorm, als het 'iets':
is het de moeder van alle verschijnselen”.
Guan Yin Zi vroeg vol respect:
“Meester, kunt U ons zeggen hoe wij dit inzicht kunnen bereiken?” Lao Zi:
“ Permanent zonder begeerte:
het diepe mysterie van het niet-zijn, de Leegte
Constant vervuld van verlangen:
alleen de uiterlijkheden, de Vormen”.
“ In wezen zijn niets en iets, Leegte en Vorm, gelijk maar door het geven van namen en posities, maak je onderscheid in wat in wezen één is”.
“Deze eenheid is diep mysterieus, duister.
In de diepste diepten van het mysterie
ligt de poort (tot inzicht) verscholen”.
Toelichting H.1
De Dao is niet in woorden of begrippen te vatten:
“De Dao kun je niet vernemen, want als je hem verneemt is het de Dao niet meer; de Dao kan je niet zien, want als je hem ziet is het de Dao niet meer; de Dao kan je niet in woorden uitdrukken, want als je hem in woorden uitdrukt is het de Dao niet meer. Besef dan dat wat alle vormen vorm geeft zelf geen vorm heeft! Er is geen naam die op de Dao kan worden toegepast zei (Meester) Geen Begin”. (Zhuangzi, ZZ, H.22 VIII vert. Schipper)
“Met namen en materie ben je in het rijk der vormen, zonder namen en zonder materie zijn er geen Vormen, slechts Leegte”. Zhuangzi H.25X
“Als je de vormen beschouwt vanuit hun verschillen, liggen ze ver uit elkaar. Als je ze beschouwt vanuit hun gelijkheid, dan zijn de ’10.000 dingen’ alle één”. Zhuangzi H.5
“Permanent zonder begeerte: het diepe mysterie van het niet-zijn, de Leegte“. Als je permanent zonder begeerte kunt zijn, alle verlangen en onderscheid makende denken kunt laten vallen door diepe en langdurige meditatie zie je “het diepe mysterie van het niet-zijn, de Leegte”, is het mogelijk de verlichtingsdimensie te bereiken, de ‘Dao te verwerven’.
H.2
Guan Yin Zi vroeg:
“Meester, kunt U ons nog wat meer zeggen over deze eenheid?”
Lao Zi:
“Als iedereen weet wat schoonheid is,
kent men dus ook lelijkheid.
Als iedereen het goede kent, heeft men dus ook weet van het slechte.
Het 'niets' en het 'iets' brengen elkaar wederzijds voort.
Datzelfde geldt voor:
Moeilijk en makkelijk
Lang en kort
Hoog en laag
Toon en klank harmoniëren met elkaar
Voor en achter komen na elkaar”.
Guan Yin Zi:
“Meester, hoe moeten we ons dan opstellen in de wereld?”
Lao Zi:
“De Wijze beoefent op natuurlijke wijze
het principe van Wuwei,
van het egoloos handelen zonder betrokkenheid,
en verspreidt zijn leer zonder woorden.
Alle verschijnselen verschijnen vanzelf,
zonder zijn bemoeienis.
Hij beoefent het principe van Wuwei
Hij handelt, maar zonder daarbij betrokken te zijn.
Alles wordt volbracht maar hij verblijft er niet in.
Door natuurlijk en juist te handelen
verliest hij zichzelf niet”.
Toelichting H.2:
Als Lao Zi gevraagd wordt naar de eenheid uit het eerste hoofdstuk verwijst hij naar het complementair zijn van tegenstellingen; complementair in plaats van polair. Tegelijkertijd wordt de relativiteit van alles benadrukt.
Zhuang Zi verwoordt het als volgt:
“Dat is de redenering van het wederzijds voortbrengen van complementaire tegengestelden. Net zoals het leven voorkomt uit de dood, en de dood uit het leven, zo is het ook dat juist uit onjuist voortvloeit, en onjuist uit juist”. Zhuang Zi (H.2 vert. Schipper)
In H.43 van de DDJ voegt Lao Zi het volgende toe aan :
“De leer zonder woorden, het voordeel van het niet-betrokken handelen (wuwei)
dat kan alleen in Innerlijke Rust bereikt worden”
H.3
Lao Zi vervolgde:
“Voor jou, als mens, geldt:
Hecht geen belang aan je superieur voelen
dan wordt je er ook niet door getroebleerd.
Hecht geen waarde aan kostbare zaken,
dan voorkom je de neiging je deze toe te eigenen.
Geef geen aandacht aan begeerte en verlangen
dan voorkom je onrust (in je Geest)”
Guan Yin Zi:”
Meester, hoe voorkom je het in de val
van de begeerte terecht te komen?”.
Lao Zi:
“De Wijze beoefent op een natuurlijke manier
een helende methode van beheersing van het Zelf ”
Hij leegt zijn 'Hart', zijn denken/voelen
vult de 'onderbuik',
verzwakt begeerte
versterkt zijn botten.
Hij zorgt er voor dat hij als mens permanent
zonder kennis en verlangen is.
Hij let erop dat geleerdheid
hem niet overmant
Door inzicht komt hij niet op het idee te vanuit zijn ego
betrokken te handelen en daar mee uit!
Door deze methode van helende zelfbeheersing
is er niets wat niet gewoon, (als vanzelf) gebeurt
Toelichting H.3:
(Dit hoofdstuk wordt uitgebreid toegelicht bij de toelichtingen van de DDJ en voor H3. vooral in de ‘Proeve van vertaling’ op de site daoisme.nl)
Veel vertalingen zien in dit hoofdstuk aanwijzingen voor een heerser of vorst om zijn onderdanen eronder te houden. In het werk van Zhuang Zi blijkt echter een sterke afkeer van bemoeienis van een Wijze met politiek. In de Wenzi staat ook dat Lao Zi zei: Wijsheid heeft niets van doen met het regeren of heersen over anderen, maar het gaat om het beheersen van het Zelf”.
Vers 2:“De Wijze beoefent op een natuurlijke manier een helende methode van beheersing van het Zelf” .Deze vertaling – waarin dus het bestuurs- of heersersidee vervangen is door het veel eerder toepasselijke 'beheersen van het Zelf' – past ook beter bij een aantal hartenkreten van Wijzen in de Zhuangzi. In alle door mij gelezen vertalingen wordt het karakter voor 'helende' vreemdgenoeg weggelaten.
‘Hij leegt zijn 'Hart', zijn denken/voelen
De interpretatie van het tweede vers als aanwijzingen voor meditatie, zoals hier gegeven wordt versterkt door twee verzen uit Lao Zi's Qing Jing Jing, de Verzen 6 en 7:
Maak het Hart grondig leeg dan komt het Zelf tot Zuivere Leegte
‘vult de 'onderbuik': Hier mee wordt gedoeld op het energiecentrum in het lichaam even onder de navel, In het Daoïsme wordt hier de term ‘cinnaber veld’ en/of ‘onderste Dantian gebruikt.
Bij Zen wordt dit energiepunt de ‘Hara’ genoemd, in de yoga de tweede (buik)chakra.
‘verzwakt begeerte’: Het laten varen van verlangen en begeerte wordt bij alle vormen van meditatie genoemd.
‘versterkt zijn botten’: Het sterk aanvoelen van het lichaam door de meditatie en concentratie is direct waarneembaar; er zou ook bedoeld kunnen worden 'zit sterk als een rots' zoals in Zen.
Vers 3:Lao Zi laat over ‘geleerdheid’ o.a. in H.5 een waarschuwing horen:
“Veel geleerde praatjes leiden snel tot desinteresse
Richt je liever op hetgeen in je zelf is, je eigen Geest, het Zelf!”
Zhuang Zi: “Een geleerde beschikt niet over ware kennis, over weten, Redeneren lijdt niet tot ware wijsheid. Een Wijze houdt zich niet bezig met deze zaken” (Zhuangzi H.22 eigen hertaling)
‘Door inzicht komt hij niet op het idee te vanuit zijn ego betrokken te handelen en daar mee uit!: Het gaat om Wuwei, het inzicht te verkrijgen om te ‘handelen zonder te handelen’ egoloos, zonder betrokkenheid te handelen en niet om passiviteit of ‘nietsdoen’ zoals het vaak vertaald wordt!
'Door deze methode van helende zelfbeheersing: is er niets wat niet gewoon, (als vanzelf) gebeurt’
H.4
Een leerling vroeg: “Meester, kunt nog iets meer zeggen over de Dao?”
“De Dao leegt zich voortdurend (in het gebruik)
maar hoeft zich niet te hervullen
Bodemloos diep ademend
is 'het' de voorouder van alle verschijnselen
Verzachtend wat scherp is
ontwarrend wat verward is
In harmonieuze expressie van eenheid
de wereld van Vorm verlichtend en verenigend
Diep ademend,
beginnend of vervolgend
Ik kan niet bevattend wiens kind
dit kan zijn maar 'het' bestond al
voor het scheppen van 'Hemel en Aarde',
voor het scheppen van het Universum”
Toelichting bij H4:
Schipper geeft in zijn Toelichting aan dat dit een ‘meditatietekst op de oorsprong van de kosmos’ is. Door ‘bodemloos diep te ademen’ is vereniging met de Dao mogelijk. In het 10e hoofdstuk van de DDJ en in de Nei Riyong Jing wordt de rol van de ademhaling verder benadrukt:
“Je adem zodanig concentreren,
Zo zacht als een zuigeling,
Lukt je dat? (DDJ H.10)
“Adem steeds diep en harmonieus
Adem langzaam en volledig uit, subtiel en licht
Soms lijkt het alsof je ademt en dan weer niet”.(NRJ V.3)
De eenheid uit het 1e hoofdstuk wordt hier weer vermeld.
In dit hoofdstuk ook een nadere omschrijving van de onbenoembare Dao, weer op een andere manier dan in het eerste hoofdstuk en de volgende hoofdstukken. Lao Zi beschrijft de onbenoembare (Da)Dao steeds weer anders, aangepast aan de toehoorders en de vragen van het moment.
De Dao als bron van al het bestaande wordt in de laatste regels van dit hoofdstuk nog eens bevestigd:
“Ik kan niet bevattend wiens kind
dit kan zijn maar 'het' bestond al
voor het scheppen van 'Hemel en Aarde',
voor het scheppen van het Universum”
H.5
Een leerling: “Meester, ik dank U voor Uw toelichting. Kunt U ons nog wat meer zeggen over het Universum, over 'Hemel en Aarde”?
Lao Zi antwoordde:
“Hemel en Aarde houden zich niet bezig met barmhartigheid
alle verschijnselen worden bezien als 'strooien offerhonden', als illusie
De Wijze houdt zich niet bezig met medemenselijkheid,
hij beziet de mensen als 'strooien offerhonden', als illusie
De ruimte tussen Hemel en Aarde,
is dat niet net als een blaasbalg?
Leeg, maar oneindig
Hoe meer beweging
des te meer eruit komt
Veel geleerde praatjes leiden snel tot desinteresse
Richt je liever op hetgeen in je zelf is, je eigen Geest, het Zelf!
Toelichting bij H.5:
‘Alle verschijnselen worden bezien als 'strooien offerhonden' : honden van stro werden in het oude China gebruikt als offers om kwade invloeden af te wenden. Na gebruik werden ze verbrand of weggegooid. Hier betekent het dat alle vormen vanuit de Dao (Hemel en Aarde) en de Wijze worden gezien als illusie. Dat de wereld van Vorm een door het brein als zodanig waargenomen illusie is wordt bevestigd door de kwantumfysica en de neurologie. In een interview met een schrijver over whisky! in de VPRO-`gids 45 uit 2019 staat het volgende:
“Feitelijk leven we in een enorme chaos van deeltjes, atomen en moleculen. Onze zintuigen interacteren daarmee, zodat we een wereld waarnemen waarin we kunnen overleven. Die wereld is dus een illusie’. Wat overigens niet betekent dat die wereld niet bestaat, maar dat ons beeld ervan ontstaat als gevolg van de interactie tussen onze zintuigen en deze wereld”.
De zintuigen worden in het Daoïsme gezien als ‘rovers of dieven’ die ons beroven van de Dao door begeerte op te wekken.
Guan Yin Zi zegt in de Liezi tegen zijn leerling Laocheng : (H3.II vert. J.de Meyer): “Vroeger, toen Oude Langoor naar het westen vertrok, keek hij om en vertelde mij het volgende: de energieën van alles wat leeft en de verschijning van alles wat een vorm heeft, zijn allemaal illusie”. ….ik en jij zijn evengoed illusies, dus wat zou er dan nog gestudeerd moeten worden?”. Met naar 'het westen vertrok' wordt gedoeld op het sterven van Lao Zi, waarbij het zijn leer 'overdroeg' aan Guan Yin Zi.
De Indiase Wijze Ramana Maharshi gebruikte vaak de metafoor van een film om het illusionaire karakter van de wereld weer te geven. Wees toeschouwer/getuige!
Met de blaasbalg komt Lao Zi terug op wat hij al eerder (H.4) gezegd heeft over het legen en hervullen. In de Zhuangzi H.II 4 wordt het als volgt geformuleerd: (vert. Schipper)
“Voeg eraan toe (zo veel je maar wilt), en toch raakt het niet overvol, schenk eruit (zoveel je maar wilt) en het raakt nooit op, zonder dat men weet waar het vandaan komt”. (ZZ H.II 4 vert. Schipper)
Net als in H.3 en o.a. H.19 wordt weer gewaarschuwd tegen geleerdheid: 'Veel geleerde praatjes leiden snel tot desinteresse , richt je liever op hetgeen in je zelf is, je eigen Geest, het Zelf’!
H.6
Lao Zi geeft toelichting op de Geest:
“Wie zijn diepste Geest zuiver houdt
staat buiten leven en dood’.
Dat kan je terecht benoemen als
het mysterie van de (vrouwelijke) overgave
Deze overgave is de poort tot de oorsprong
van alle verschijnselen
van het Universum, Hemel en Aarde
Het Universum ademt als het ware,
ononderbroken, zacht, moeiteloos”.
Toelichting bij H.6:
In dit 6e hoofdstuk wijkt de vertaling sterk af van de gebruikelijke vertalingen. Een uitgebreidere toelichting vindt U op de site daoisme.nl.
De meeste vertalers geven toe dat ze de eerste regels van dit deel niet of niet geheel begrijpen. Hier is gekeken naar veel versies en commentaren en is geheel volgens de visie van Lao Zi als verlichte meditatieleraar gekozen voor de voorliggende vertaling. Het gaat in dit hoofdstuk om aanwijzingen voor meditatie. Vergelijkbare teksten van Lao Zi staan in de volgende twee aan Lao Zi toegeschreven geschriften:
In de Qing Jing Jing:
“De mensen bereiken het zien van de Dao niet, omdat het hart misleid is”.
Misleiding van het hart betekent dat de Geest onzuiver is”. (Vers 16)
In de Nei Riyong Jing:
“Je bent niet langer gebonden aan leven en dood”.(Vers 11)
Overgave speelt bij de meeste meditatieve stromingen en religies een grote rol.
Naar de ‘ononderbroken, zachte en moeiteloze ademhaling’ wordt ook verwezen in de hoofdstukken 4 en 10 van de DDJ.
H.7
Lao Zi sprak tot zijn gehoor:
“De Hemel is oneindig
De Aarde bestendig
De reden dat Hemel en Aarde
oneindig en bestendig zijn
is dat zij niet bestaan voor zichzelf
Daardoor blijven ze bestaan
Daarom plaatst de Wijze zichzelf achteraan
en is het meest vooraanstaand
Doordat hij niet zelfzuchtig is
behoudt hij het Zelf “.
Toelichting bij H.7
In Lao Zi’s Qing Jing Jing worden Hemel en Aarde nader toegelicht:
“De Dao als 1e beginsel omsluit Leegte en Vorm, beweging en rust
De hemel is Leegte, de aarde is vorm” (vers 3)
“Als je (door meditatie) in Zuivere Leegte en Innerlijke Rust verkeert,
komen Hemel en aarde samen, je keert terug naar de oorsprong, de Dao (vers 5)
Indirect komt Lao Zi hier weer terug op Wuwei, het egoloos handelen of handelen zonder betrokkenheid; dan besta en handel je niet vanuit en voor jezelf, net zomin als de Hemel en Aarde, de Dao. Het gaat er om het ego, het tijdelijke kleine zelf als persoonsvorm te laten vallen – om de Dao te verwerven, Verlichting te bereiken.
Jezus: Wie om mijnentwille sterft - zijn ego laat vallen door het volgen van mijn weg - zal de eeuwigheid beërven” - komt buiten leven en dood te staan
De Boeddhistische leraar Atusa (980-1054 n.C.):
“The Greatest Achievement is selflessness”.
(geciteerd in de DDJ van J.Girling)
In het boek ‘De Zenmeester die blafte’ van Wuwen Zi staan een aantal teksten over leven en dood in de zin van ‘het ego ten grave dragen’. Het gaat om de teksten 70 t/m 76.
H.8
Een toehoorder bedankte Lao Zi voor zijn woorden, en vroeg: “Geachte Meester, hoe moeten we in het leven staan om een dieper inzicht te bereiken?”
Lao Zi zei:
“Als je je wilt verheffen,
( een dieper inzicht wilt verkrijgen)
wees dan als water
Water doet goed aan alle levende wezens
zonder enige strijd of wedijver
Toch is het te vinden op de laagste plaats
en dat is de reden dat het de Dao benadert
Om op te verblijven: de Aarde
Voor de 'Hart/Geest' (Hsin/Xin): de ravijndiepe Leegte
Voor de Hemel: schenken
Voor woorden: oprechtheid
Voor het juiste handelen: helende beheersing van het Zelf
Voor arbeid: vakbekwaamheid
Voor actie: het juiste moment
Zonder wedijver treft je geen blaam
Toelichting bij H.8:
“Wees dan als water”
Deze raad geldt zowel bij het handelen in het dagelijkse leven – wees soepel, ga niet wedijveren! – als tijdens de meditatie: adem zo zacht en moeiteloos als een zuigeling (H.6). Bij het ‘juiste handelen’ wordt weer verwezen naar H.3 – de ‘helende beheersing van het zelf”.
In de Zhuangzi wordt een aantal malen verwezen naar het ‘nut van vakmanschap’, bijvoorbeeld in het derde hoofdstuk waarin de kok Ding zijn techniek uitlegt aan Vorst Wenhui:
“Kok Ding borg zijn mes op, en antwoordde: Uw dienaar houdt van de Dao, en dat gaat verder dan alleen maar techniek. Toen ik begon met het ontleden van runderen zag ik alleen maar hele runderen voor me. Na drie jaar zag ik geen enkel heel rund meer. Vandaag die dag benader ik ze met mijn geest en niet meer met mijn ogen”. (vert. Schipper)
Het vermijden van ‘wedijver’ en aanmatiging komt vaker voor in de leer van Lao Zi, zoals bijvoorbeeld aan het begin van H.3 en aan het eind van H.10.
H.9
Lao Zi vervolgde:
“Weet op te houden voordat je over je grenzen gaat,
een emmer tot de rand gevuld loopt snel over
Als je gereedschap te scherp slijpt
wordt het eerder bot
Een ruimte gevuld met goud en jade
kan niet afdoende bewaakt worden
Laat vanuit het Zelf
zaken als macht, rijkdom en zegeningen
ver achter je
Arrogantie die je daaraan ontleent
Geeft alleen maar problemen
Je terugtrekken na volbrachte taken?
Dat is de Dao van de Hemel
Toelichting bij H.9:
Hier geeft Lao Zi aan zaken als arrogantie, roem en bewondering ver achter je te laten. Ook aan het begin van H.3 komt dit advies naar voren, net als in H.13:
“Bewonderd worden
geeft iemand veel stress
Waarom?
bewonderd worden
kan omslaan
in verguisd worden!”.
In de Zhuangzi wordt Yang Zhu door Lao Zi gewaarschuwd voor hooghartigheid:
Lao Zi/Lao Dan onderricht Yang Zhu onderweg (ingekorte versie)
Yang Zhu, een discipel van Lao Dan ontmoette hem onderweg.
Lao Zi stond midden op de weg, keek naar hem, sloeg zijn ogen ten hemel, en verzuchtte:
”Eerst dacht ik dat jij nog wat kon leren, maar nu zie ik dat het onmogelijk is”.
Yang Zhu keerde zich eerbiedig tot Lao Zi en vroeg hem: “Zojuist wilde Uw discipel U, Meester, om raad vragen, maar toen had U, Meester, geen tijd, en daarom durfde ik het niet. Nu hebt U het minder druk en mag ik misschien vragen waar ik de fout inga”
Lao Zi zei:
“Hoe verwaand is die blik van jou! Wie zou er met jou samen willen zijn?
De grootste helderheid lijkt vertroebeld, de sterkste Deh, het hoogste inzicht, lijkt ontoereikend”.
Yang Zhu schrok, en zijn gelaatskleur verschoot: 'Vol eerbied hoor ik Uw oordeel' zei hij”
Lao Zi: “Degenen met een krachtig inzicht, een hoge mate van verwezenlijking van hun eigen aard (Deh), zijn zich daarvan niet bewust, en iemand die verlicht is lijkt niet volmaakt. Alleen als je je daar aan houdt is het mogelijk de wereld te transcenderen en er toch deel van uit te maken”.
H.10
De Oude Meester geeft desgevraagd nadere richtlijnen voor meditatie:
“De eenheid van je Geest
bewaren zonder af te dwalen
Lukt je dat?
Je adem zodanig concentreren
zo zacht als die van een zuigeling
Lukt je dat?
Door zelfbeschouwing
de spiegel van je 'Hart' reinigen
Lukt je dat?`
Je innerlijk beheersen
en je houden aan het niets doen
Kun je dat?
De 'Poorten van de Hemel'
openen en sluiten in vrouwelijke overgave
Lukt je dat?
In helder inzicht bewust
je denken en geleerdheid laten vallen
Lukt je dat?
Als je zo de aspecten van je Geest
voedt zonder je er op voor te laten staan
Dan kan er met recht gesproken worden
van een diep inzicht in je eigen aard, de hoogste Deh
Toelichting bij H.10:
Vrijwel alle vertalingen benadrukken hier het aspect van meditatie. Het gaat duidelijk om aspecten van de ademhaling, innerlijke beheersing, overgave en het laten vallen van kennis en geleerdheid. Nadere richtlijnen voor de ademhaling staan o.a. in Lao Zi’s Nei Riyong Jing vers 3:
Adem steeds diep in
Adem langzaam en volledig uit
subtiel en licht
Soms lijkt het of je ademt
en dan weer niet
Onverstoord
Het afstand nemen van het denken en geleerdheid is een thema wat door de hele DDJ een rol speelt. De innerlijke beheersing, over beheersen van het Zelf, komt ook voor in o.a. H.3 bij de ‘helende methode van beheersing van het Zelf’. De ‘vrouwelijke overgave’ verwijst naar H.6.
Het reinigen van de spiegel van het ‘Hart’ heeft tot veel commotie geleid bij de opvolging van de vijfde Zen patriarch door Huineng. (zie de Platform Sutra).
In de Zhuangzi: “Door stil te zijn wordt het ‘Hart’ als een spiegel, weerkaatsend’. (H.33.VII.)
De laatste vier regels worden niet vermeld door bijv. Schipper, maar wel bij o.a. Nina Correa en in de Heshanggong-versie van de DDJ
H.11
De Oude Meester sprak over de Leegte:
De dertig spaken komen tezamen in de naaf,
door de leegte daarvan functioneert het wagenwiel
Klei kan je bakken
om er allerlei vormen van te maken,
zoals potten en vazen.
Het nut van een vaas zit in de leegte
In een huis maak je openingen
voor de ramen en deuren
De leegte maakt ze bruikbaar
Daarom:
Het gebruik maken van wat er is, de Vorm,
wordt mogelijk door dat wat er niet is, de Leegte
Toelichting bij H.11:
De ‘Leegte’ is een centraal begrip in het Daoïsme, complementair met ‘Vorm’. In het eerste hoofdstuk van de DDJ komt dit begrip al aan de orde.
Iemand vroeg aan Meester Lie Zi”
“Waarom hecht U waarde aan de Leegte?”
“In de Leegte” antwoordde Lie Zi “Gaat het helemaal
niet om ‘waarde hechten aan”. (Liezi H.1 XI, vert. De Meyer)
In de Qing Jing Jing gaat Lao Zi nog een stap verder; na een beschouwing die aangeeft dat in beschouwende meditatie het “Hart” (Hsin/Xin), het denken/voelen leeg zal zijn, net als het lichaam en alle andere vormen stelt hij:
“Wie de leegte observeert vanuit de Leegte ziet dat er ook geen Leegte is
Als zelfs de Leegte niet-bestaand is, is er ook geen niet-bestaan meer”.
De Japanse Zenmeester Takuan Soho (1573-1674) stelde al:
“His (Lao Zi’s) basic intent is emptiness. When you read (the DDJ) with this in mind you should be able to understand. Otherwise, you can’t.
H.12
Een leerling vroeg Lao Zi hoe mensen zich los kunnen maken van de constante druk van de zintuigen:
Wat de mens betreft:
De vijf kleuren verblinden het oog
De vijf smaken stimuleren de mond
De vijf tonen verdoven
Galopperend jagen drijft tot waanzin
Het bezit van zeldzame voorwerpen
verhindert het bereiken van inzicht
De Wijze hanteert een methode van
helende zelfbeheersing
en richt zich op de ‘buik’
en niet op het ‘oog’
Hij richt zich niet op ‘dat’
maar vat het ‘Dit’
Toelichting bij H.12:
In de Zhuangzi worden vijf manieren genoemd om de ‘oorspronkelijke natuur’ (de Dao) van de mens te bederven:
Ten eerste zijn er de vijf kleuren die de ogen bederven en maken dat ze hun eigen helderheid verliezen
Ten tweede zijn er de vijf tonen die de oren bederven, en maken dat ze hun eigen scherpte verliezen
Ten derde zijn er de vijf geuren die de neus bedwelmen, en wier prikkelingen je pijn in je hoofd geven
Ten vierde zijn er de vijf smaken die de mond vertroebelen en bezeren
Ten vijfde zijn er liefde en haat die het ‘Hart ’bederven en maken dat de ingeboren natuur voortdurend opvliegt (H.12.XV vert. Schipper)
In Lao Zi’s Nei Riyong Jing staan nadere richtlijnen voor meditatie . Lao Zi raad hier de zintuigen te laten vallen: “Zie niets met je ogen, hoor niets met je oren, Wees waakzaam, als getuige”
In het tweede vers komt de “methode van helende zelfbeheersing” uit H.3 weer terug. In meditatie laat je de zintuigen, het gevoel en het denken vallen. Je richt je op de ‘buik’, het energiecentrum in de buik even onder de navel, ‘onderste Dantian’ Hara (Zen) of in Yoga de tweede Chakra. (zie ook het Toelichting bij H.3).
Hij richt zich niet op ‘dat’
maar vat het ‘Dit’
De Wijze richt zich dus niet naar buiten – ‘dat’ – maar op hetgeen binnen hem is – ‘Dit’.
H.13
Een toehoorder stelde dat eer en bewonderd worden toch veel belangrijker is voor een mens dan het zoeken naar de “Leegte’.
Lao Zi:
Bewonderd en verguisd worden
zijn met elkaar verbonden
Bewonderd worden
geeft iemand veel stress
Waarom?
bewonderd worden
kan omslaan
in verguisd worden!
Wie het ten deel valt
wordt erdoor gebonden
Wie het verliest
wordt erdoor gebonden
Het is nu eenmaal zo
dat eer en oneer
met elkaar verbonden zijn
Waarom?
Als we zeggen dat geprezen worden
tot veel spanningen leidt,
gaan we er van uit dat er een iemand,
een persoon is (die geprezen wordt)
Begrijp dit:
zolang er (nog) een iemand is,
is er sprake van spanningen en lijden
Als er geen iemand meer is,
Hoe kan er dan nog lijden zijn?
Door eenwording met ‘alles onder de Hemel’, de wereld,
wordt men daarvoor beschermd
Bij gehechtheid aan je persoon in de wereld moet je bereid zijn
alle verandering in de wereld te ondergaan
Toelichting bij H.13:
De vertaling van dit hoofdstuk wijkt door de hier gehanteerde visie vanaf het zesde vers sterk af van de traditionele standaardversies. Daarin wordt meestal voor het karakter shen1 gekozen voor een vertaling als ‘body’ (En), als ‘lichaam’. Het 1e type vertaling gaat uit van het ‘lichaam’: “De reden dat ik lijdt is dat ik een lichaam heb. Indien ik geen lichaam had…..” Tja, wel logisch... Een 2e type gaat een stap in de goede richting door niet uit te gaan van het lichaam, maar van het ego: “Lijden….doordat ik nog een Ik, een ego heb. Zou men zonder ego niet bevrijd zijn (van het lijden)? (zenleraar Kopp).
Hier wordt gekozen voor ‘body’ zoals gebruikt in ‘somebody’ en ‘nobody’, dus om een iemand of niemand, geen iemand. Het 6e vers wordt dan:
Begrijp dit:
zolang er een iemand is,
is er sprake van spanningen en lijden
Als er geen iemand meer is,
Hoe kan er dan nog lijden zijn?
Deze uitleg wordt versterkt door vers 11 van Lao Zi’s Qing Jing Jing:
“Als er (in Innerlijke Rust)
geen iemand meer bestaat
die rustig is gemaakt
Hoe kan er dan nog begeerte (en dus lijden!) opkomen?”
(uit: Mediteren met Lao Zi, Wuwen Zi, Kampen 2019, p.51)
Deze toestand van ‘ik-loosheid’ kan volgens Lao Zi bereikt worden door de ‘helende methode van zelfbeheersing’, meditatie. Zie hiervoor in H.3 en H.12.
Ook in de Daoïstische ‘Inscription on Oblivion’ slaat het ‘not-having a body-self’ in H.13 niet op het lichaam, maar op het verliezen van de persoon als ego bij de eenwording met de Dao.
Het laatste vers gaat in de (verpolitiekte) standaardvertalingen in op heersen, het besturen of regeren van de ‘wereld’, terwijl een Wijze zich volgens Lao Zi en Zhuang Zi zich verre daarvan dient te houden. In de tekst van de Dao Deh Jing komt in de zes hier gebruikte Chinese versies echter geen karakter voor dat heersen betekent. De beide afsluitende verzen vanuit deze visie maken het hoofdstuk ook veel logischer dan in de standaardvertalingen.
H.14
Lao Zi geeft een nadere beschouwing over de aspecten van de Dao:
We kijken er naar, maar het is te subtiel om het te zien en we noemen het onzichtbaar
We luisteren ernaar, maar we horen het niet en we noemen het onhoorbaar
We reiken er naar, maar we voelen het niet en noemen het ontastbaar
Deze drie aspecten (van de Dao) zijn onbenoembaar; tezamen zijn ze één
Eén, de Ene
Zijn bovenkant is niet helder
Zijn onderkant is niet duister
Naamloos onophoudelijk in beweging,
en terugkerend naar de Leegte
Vormloze vorm
Beeld zonder inhoud
Chaotisch, mysterieus!
Tegemoetkomend zie je niet zijn gelaat
Volgend zie je niet zijn rug
Verwelkom de Dao op dit moment nog als je leraar
om met dit inzicht het nu te beheersen
en daarmee op de juiste manier
de aloude Dao te volgen
Toelichting bij H.14:
Door de hele Dao Deh Jing verspreid staan uitspraken over de Dao (en de Deh). Dit is een van de aanwijzingen voor de stelling dat de DDJ niet geschreven is, maar dat Lao Zi uitspraken over zijn leer deed in gesprekken met leerlingen en andere toehoorders die later op schrift gesteld zijn. Ditzelfde proces speelde zich af bij de Boeddha.
Vormloze vorm, Beeld zonder inhoud:
Een citaat van Kabir:
“The formless is in the midst of all forms
I sing the glory of all forms”.
In de Bhagavad Gita: (7.24):
“I am formless, but the unwise think I have form. They don’t understand my real nature”.
In de Zhuangzi staat het volgende:
‘Geen begin’ zei tegen ‘Hoogste zuiverheid’:
“Hij die op de vraag naar de Dao een antwoord geeft,
kent de Dao niet.
Hij die desalniettemin naar de Dao vraagt,
zal eveneens niets over de Dao vernemen
Waardeloze antwoorden geven op zinloos gevraag,
zij die dat doen hebben nooit hun blik naar buiten gericht
om het heelal te aanschouwen, noch binnen zichzelf gezocht
naar de kennis van de Grote oorsprong (de DaDao). ZZ H.22 VIII vert. Schipper
In het laatste vers staat hier de Dao op dit moment terwijl in de meeste standaardvertalingen gesproken wordt van de ‘aloude Dao’ o.i.d. (gu3). Die term komt voor in de versies van Heshanggong, Wang Bi en Fu Yi, terwijl in de oudere Mawangdui-versie dit moment (jin1) staat.
H.15
Desgevraagd geeft Lao Zi aan hoe de Oude Meesters van weleer in het leven stonden:
De aloude Meesters van de Dao
hadden een diep, doordringend inzicht
in het mysterie (van de Dao)
Dieper dan ons begrip
Als ze echt beschreven moeten
zou ik het zo verwoorden:
Voorzichtig! Als bij het oversteken van een rivier in de winter!
Omzichtig! Alsof ze door buren van alle kanten bedreigd worden!
Plechtig en beleefd! Als iemand die te gast is!
Soepel! Als smeltend ijs!
Authentiek! Als onbewerkt hout!
Ondoorzichtig! Als modderig water!
Leeg! Als een brede vallei!
Wie is in staat modderig water langzaam tot rust te brengen zodat het zuiver wordt?
Wie is in staat wat in rust is langzaam tot leven te brengen?
Houd vast aan deze Dao!
Verlang niet tot het uiterste te gaan!
Alleen wie niet verlangt tot het uiterste te gaan
kan op natuurlijke wijze uitgeput raken en desondanks opnieuw beginnen
Toelichting bij H.15:
In het eerste vers komt het verschil tussen diep, doordringend inzicht en verstandelijk begrip aan de orde. Met het verstand kunnen we de Dao en de Deh als eigen aard niet begrijpen, wel door het verstand te laten vallen! En precies daarvoor dient dan meditatie.
In de Zhuangzi wordt ook ingegaan op aard van de methode van de Oude Meesters:
“Guan Yin Zi en Lao Zi baseerden zich op de methode van de Aloude Meesters en droegen deze uit door zich zacht, vriendelijk en bescheiden op te stellen, terwijl de kern van hun leer lag in het bereiken van de Leegte door ambities en conditionerende gedacht te laten varen”. ZZH.33 VII, gebaseerd op Schipper)
In tweede en derde vers geeft Lao Zi blijk van zijn tegenzin om het onbenoembare te verwoorden.
Onbewerkt hout (pu3) of een blok onbewerkt hout staat voor de ongeconditioneerde, ‘onbewerkte’ , authentieke mens. Deze term komt vaker voor in de DDJ, o.a. in H.37.
Het vierde vers behelst de vraag van Lao Zi of je het denken (modderig water) langzaam tot rust kunt brengen om een helder inzicht te krijgen. En dan je Deh, je eigen aard, weer tot leven te brengen (beseffend in mijn geval als beoefenaar van Zen dat de eigen aard volgens Zenmeester Hakuin juist geen eigen aard is!). Lao Zi is hier voorstander van een (langzaam) groeiend inzicht; forceer niets, ga niet tot het uiterste.
H.16
Meester, hoe bereikten deze eerbiedwaardige Meesters dit?
Door vanuit de diepste Zuivere Leegte,
verblijvend in Innerlijke Rust
waar te nemen hoe alle levensvormen
ontstaan, bestaan en vergaan
Deze natuurlijke cirkelgang volgt de Dao
Elke levensvorm keert terug naar de oorsprong
Dit \inzicht noemen we Innerlijke Rust
Wie in Innerlijke Rust verkeert
heeft zijn lotsbestemming bereikt
Wie zijn lotsbestemming heeft bereikt
Kent het diepste inzicht, is Verlicht
Wie dit inzicht niet heeft
loopt rond als een ‘kip zonder kop’
hij loopt gevaar dat hem de ergste dingen overkomen
Degene met dit diepe inzicht
wordt nergens meer door geraakt
Wie nergens meer door geraakt wordt
is soeverein
Wie soeverein is
volgt de Hemel
Wie de Hemel volgt
volgt de Dao
Door het volgen van de Dao
is er geen iemand meer
die gevaar kan lopen
Toelichting bij H.16:
(De vertaling hier is sterk gebaseerd op de oudst bekende versie van de DDJ, de Guodian).
In vrijwel alle vertalingen komt het mystieke karakter van dit hoofdstuk duidelijk naar voren.
Het gaat over de Zuivere Leegte en de Innerlijke Rust, het terugkeren naar de oorsprong (de Dao), het diepste inzicht (of de hoogste Deh), soevereiniteit ofwel onafhankelijkheid als gevolg van de ‘genezende zelfbeheersing’ uit H.3. In de Heshanggong vertaling van Dan Reid: “By connecting to the root (silence and stillness), one becomes peaceful, attaining the sovereignty of the heart-mind (Xin)”.
Het gaat dus niet om een ‘soeverein’ of vorst zoals in veel vertalingen!
Kristofer Schipper verwijst in zijn vertaling van de DDJ naar de Zhuangzi, H11 IV:
‘Wijde Weetniet’ geeft hier raad aan de ‘Wolkenaanvoerder’ die hem om raad vraagt:
“Laat lijf en ledematen wegvallen
Spuug uit je intelligentie, vergeet de dingen en hun ordening
In volledige eenheid met de diepe duisternis,
bevrijdt je Hart, laat los je geest
Er is niets meer, ook niet de ziel
De tienduizend dingen, hoe florissant ze ook zijn
keren allen terug naar waar zij vandaan kwamen
Ja, ieder ding keer terug naar zijn wortels,
maar geen enkel geeft zich daarvan rekenschap.
In deze toestand van chaos blijven ze hun hele leven”
In H.50 van de DDJ wordt nader ingegaan op het ‘geen gevaar lopen’ van degene met een diep inzicht in de Dao, “In hen is er geen doodsplek”, een Zenmeester zou zeggen: “Ze staan buiten leven en dood”.
De laatste regels zijn we ook tegen gekomen in H.13
“is er geen iemand meer
die gevaar kan lopen”
H.17
Een leerling vroeg Lao Zi:
“Oude Meester, waarom bent U zo schaars met Uw woorden?”
“Een Wijze (degene met het Allerhoogste Inzicht),
moet begrip hebben voor (de reacties van degenen die)
minder inzicht hebben
(De Wijze) houdt er rekening mee
dat hij geprezen zal worden
dat hij geducht zal worden
dat hij geminacht zal worden
Ware woorden worden niet altijd herkend als zijnde waar
(De Wijze) is terughoudend in het gebruik
van kostbare woorden
(De Wijze) verricht zijn werk
met al zijn kracht
maar zodanig dat de gewone mensen
het als natuurlijk ervaren”
Toelichting bij H.17:
In de meeste vertalingen wordt Tai Shang, de ‘Allerhoogste’ gezien als betreffende een ‘Heerser’.
In de 'standaardvisie' gaat het om de positie van een Heerser die achtereenvolgens 'onmerkbaar' regeert, en dan steeds mindere Heersers die geprezen, gevreesd of veracht worden.
Kristofer Schipper vertaalt Tai Shang terecht niet met Heerser – dat woord komt feitelijk niet in de tekst van H.17. Schipper stelt dat het gaat om “de Allerhoogste” als een opperwezen (met verwijzing naar een Daoïstische filosoof Shen Zi) die de wereld bestuurd zou hebben in het begin van de wereld. Dit komt dit niet overeen met de verlichtingsleer van Lao Zi en Zhuang Zi.
Uitgaande van de hier gebruikte letterlijke tekst in Chinese karakters, gecombineerd met de visie op de DDJ als een mystieke tekst kom ik hier tot een vertaling waar het gaat om het antwoord van Lao Zi op de vraag “waarom een Wijze als hij zo schaars is met woorden”. Een Wijze: degene met het ‘allerhoogste inzicht in zijn eigen aard’.
De tekst die tussen haakjes staat komt niet voor in de Chinese tekst en is vanwege de leesbaarheid toegevoegd.
De volgende tekstregel past goed bij het 2e vers van H.17”
“Als een minderwaardig persoon over de Dao hoort,
gaat hij er spottend om lachen.
Als hij er niet om zou lachen, zou het de Dao niet zijn”.
(DDJ H.41 vert. Schipper)
Voor Lao Zi en Zhuang Zi is een Wijze is altijd schaars met woorden:
“Wie weet spreekt niet. Wie spreekt weet niet”
Deze uitspraak komt zowel in de Dao Deh Jing als de Zhuangzi voor (o.a. DDJ H.81).
H.18
Lao Zi werd gevraagd naar zijn visie op 'medemenselijkheid' en 'gerechtigheid'.
Als je niet langer beschikt over de DaDao
verval je in medemenselijkheid en gerechtigheid
Dan verschijnen geleerdheid,
spitsvondigheid en hypocrisie
Dan gaat de (natuurlijke) harmonie ten onder
en gaan onwaarachtige verwantschapsrelaties een rol spelen
zoals tussen 'goede kinderen' en 'liefdevolle ouders'
Het is alsof je bij een land in wanorde
rekent op 'trouwe onderdanen'
Toelichting bij H.18:
Als de DaDao, de Grote Dao, horend bij je natuurlijke staat als mens, verloren gaat moet je je behelpen met onwaarachtige, kunstmatige constructies zoals medemenselijkheid, gerechtigheid, liefdevolle verwantschapsrelaties e.d. zoals voorgeschreven door Confucius. In de Zhuangzi leest Lao Zi zijn leerling 'Qiu' (Confucius) ook regelmatig de les hierover.
In een ander verhaal in de Zhuangzi zegt een Daoïstische wijze (een oude visser) tegen Confucius:
“Als men van binnen oprecht is, dan manifesteert dat zich door de Geest naar buiten. Dat is de reden waarom ik de waarachtigheid prijs”
“….Helaas! Dat je zo jong al je hebt laten onderdompelen in de medemenselijke valsheden, en dan pas nu zo laat de DaDao, de grote Dao leert kennen”
(Zhuangzi H.31 vert. Schipper)
Zhuang Zi gebruikt de term 'waarachtigheid' als geschonken 'door de 'Hemel' (de Dao) in tegenstelling tot de (opgelegde) riten van het Confucianisme zoals medemenselijkheid.
Wat wordt hier dan bedoeld met her verliezen van de Dao? Het verlies van waarachtig mededogen!
Ik probeer dit toe te lichten met een hedendaags voorbeeld.
In de laatste uitzending van de Boeddhistische Omroep Stichting, de BOS, in december 2015 kwam een goed voorbeeld van natuurlijk mededogen naar voren.
Een klas kinderen mochten via foto's voorkeurspunten toekennen aan andere kinderen. Op de foto’s stonden hun beste vriend, een klasgenoot, iemand aan wie ze een hekel hadden en een ziek kind.
Bij de eerste ronde was de uitslag zoals te verwachten: vooral de vrienden kregen de voorkeurspunten. Een tweede ronde, na enige weken van in groepsverband mediteren gaf een geheel ander resultaat: alle kinderen kregen evenveel punten!
In H.38 van de DDJ wordt komt het thema van het ‘verliezen van de Dao’ en het vervangen door moralistische begrippen als ‘deugd, medemenselijkheid, gerechtigheid en riten’ nogmaals aan de orde.
H.19
Een toehoorder vroeg: “Hoe kunnen wij deze natuurlijke harmonie bereiken?”
Stop met geleerdheid en het maken van onderscheid,
daar zou de mensheid sterk van profiteren
Laat opportunisme en winstbejag vallen
dan kunnen deze je niet meer (van die harmonie) beroven
Laat valse medemenselijkheid en gerechtigheid vallen
keer terug naar waarachtig mededogen
Deze drie richtlijnen zijn op zich nog niet voldoende,
daarom geef ik u nog de volgende aanwijzingen:
Weg met dat leren, wees leef liever zorgeloos!
“Kunt U dit nog nader uitleggen?”
(Uit H.20)
Stop met dat geleer! Leef liever onbekommerd!
Ja of nee, wat is het verschil?
Of tussen mooi en lelijk?
Wie gevreesd wordt moet zelf ook vrezen!
Toelichting bij H.19:
Hier wijk ik af van de standaardindeling van de DDJ, in die zin dat ik het eerste vers van H.20 heb toegevoegd aan H.19, daar beide richtlijnen voor de geesteshouding bevatten. H.20 gaat dan geheel over de positie van Lao Zi als Wijze.
Het is de vraag of deze verzen geheel van Lao Zi zijn, gezien de polemiek met de punten waar Confucius zo aan gehecht is, zoals geleerdheid, medemenselijkheid en gerechtigheid.
In de Zhuangzi valt Lao Zi wel Confucius hier steeds op aan, net als op zijn ‘verwaandheid’:
“Als medemenselijkheid en gerechtigheid je ‘Hart’ verstoren raak je pas echt van streek! Mijn beste, als je niet wilt dat de wereld voor jou zijn oorspronkelijke eenvoud verliest , beweeg (je geest) dan zo vrij als de wind en blijf gegrond in je eigen aard, in je Deh”.
Zhuangzi H.4 VI (eigen hertaling)
In de Zhuangzi:
“Weg met de geleerden, verwerp geleerdheid”
En:
“Gooi menslievendheid en gerechtigheid overboord, en waarachtig mededogen kan weer tot zijn recht komen”.
Zhuangzi H.10 (eigen hertaling, gebaseerd op die van Schipper e.a.)
Bij het vers dat vanuit H.20 hier geplaatst is verwijst Lao Zi naar de complementariteit van begrippen zoals die ook in H.2 genoemd worden.
H.20
“Hoe staat U als Wijze in de wereld in verhouding tot gewone mensen?”
De massa draaft opgewonden rond alsof ze in de lente
een heuvel bestijgt voor een groot offerfeest
Ik alleen ben rustig en kalm, zonder verlangen,
als een pasgeboren kind dat zelfs nog geen glimlach geeft,
vermoeid en uitgeput – alsof ik geen plaats heb om me terug te trekken
De menigten hebben een overdaad
Ik alleen schijn een te kort te hebben
Mijn geest is als van een onnozele – wilde leegte
De gewone mens ziet alles helder
Ik alleen zie het duistere mysterie
De gewone mens discrimineert en maakt onderscheid
Alleen ik lijk verbijsterd en verward
Vormloos als de oceaan ben ik,
zonder lichaam los van alles
De meute heeft altijd redenen (voor actie)
Ik alleen ben verstomd en hardnekkig in rust
Want ik sta alleen en ben anders
Ik vertrouw op de Dao
Toelichting bij H.20:
Lao Zi neemt hier heel duidelijk de positie in van Mysticus:
“Ik alleen ben rustig en kalm, zonder verlangen”
“Ik alleen zie het duistere mysterie”
“Ik alleen ben verstomd en hardnekkig in rust”.
“Ik vertrouw op de Dao” (als de voedende moeder)
‘Meester Lange Plataan’ neemt dezelfde positie in tijdens een
gesprek met ‘Meester Schuwe Ekster’ over Confucius:
“De gewone mensen zijn jachtig en druk
De heilige mens is duf en suf”.
H.21
Guan Yin Zi: “Eerbiedwaardige Meester, eerder sprak u erover hoe een Wijze door het ledigen van zijn Hart, door permanent zonder begeerte te zijn, het diepe mysterie van de Dao kan zien. Kunt u ons zeggen hoe een Wijze de relatie tussen de Dao en de wereld ziet?
Alleen een diep inzicht in de Deh
geeft toegang tot de Dao
Natuurlijkweg de Dao volgend
ontstaan er verschijnselen, alleen, zonder gestalte, vormloos
Oh! Vormloos, ongevormd
Oh! Daarin ontstaan patronen, nog ongevormd
Daarin ontstaan verschijnselen, levensvormen
Oh! Nog als los zand
Diep, mysterieus!
Daarin ontstaan echte kiemen van zijn,
vanuit het Zelf ziet (de Wijze) dat dit gebeuren
van alle tijden is, hedendaags en oeroud
Vanuit deze positie kan men de oorsprong
van het vele waarnemen.
Hoe heb ik weet van de oorsprong van het vele?
Spontaan door DIT!”
H.21
Dit hoofdstuk heet in de Hesshang Gong versie ‘Het Lege Hart’. Legge geeft aan dat hij niet begrijpt waarom het deze titel draagt. Door gebruik te maken van de gespreksvorm en Guan Yin Zi als belangrijke leerling van Lao Zi de hier geformuleerde vraag te laten stellen hoop ik wat meer inzicht in dit hoofdstuk te verschaffen. Het gaat om de kosmologie zoals Lao Zi deze ziet vanuit zijn ‘lege hart’. Schipper geeft als titel van zijn commentaar ‘De Schepping’.
Guan Yin Zi gaat hier in op zowel het 2e vers van H.1 als het 2e vers van H.3 over resp. het zonder begeerte kunnen waarnemen van het mysterie (van de Dao) en het legen van het Hart. Voor de vertaling ben ik weer zo letterlijk mogelijk te werk gegaan vanuit de Chinese karakters. De woorden tussen haakjes zijn toegevoegd voor beter begrip.
Het begrip Deh, de kracht van het inzicht in (het patroon van) de eigen aard, komt hier voor het eerst voor in de DDJ.
Je zou kunnen zeggen dat binnen de chaos van de Dao er eerst ietsen, dan patronen ontstaan van verschijnselen/levensvormen door ‘kiemen van zijn’. Daardoor wordt de wereld in al zijn bestaansvormen gevormd. In H.25 wordt dit ook weer vermeld.
Hoe weet Lao Zi dat? Door DIT! Door mij wordt dit uitgelegd als door het zijn zonder begeerte, vanuit het lege Hart, bereikt door diepe innerlijke meditatie zoals geformuleerd in het 2e vers van H.3, door te observeren vanuit de Leegte.
H.22
Lao Zi geeft zijn leerlingen nog eens advies:
Wie soepel is kan heel worden
Wie buigt kan recht worden
Wie leeg is kan gevuld worden
Wie versleten is kan vernieuwd worden
Wie weinig verlangens heeft kan ‘Het’ verkrijgen
Wie te vol zit raakt in verwarring
De Wijze houdt zich natuurlijkweg aan het Ene (de Dao), wordt zo de leraar van de wereld
Hij is niet op zichzelf gericht maar is bewust (van de Dao)
Hij is niet op zichzelf gericht en verkrijgt daardoor inzicht
Hij pretendeert niets en heeft daarom verdienste
Hij is bescheiden en kan daardoor groeien
Hij wedijvert niet en daardoor kan niemand met hem wedijveren
Het aloude gezegde:
‘Wie soepel is kan heel worden’
Dat zijn geen loze woorden
Zij die de eenheid verwerkelijkten
volgden ze inderdaad
Toelichting bij H.22
In de Hesshang Gong-versie van de DDJ draagt dit hoofdstuk de titel ‘Nederigheid’. Lao Zi geeft zijn leerlingen aanwijzingen over de bij meditatie passende innerlijke houding. Soepel zijn (als water), buigen duidt op zachte meditatie, je zou kunnen zeggen de ‘zachte Zen van Lao Zi’.
‘Wie weinig verlangens heeft kan ‘Het’, de Dao, verkrijgen
‘De leraar van de wereld’; dit is m.i. een goede samenvatting van de vele andere vertalingen van het karakter mu4: herder, hoeder, maatstaf e.d.
‘ Zij die de eenheid verwerkelijkten’; de eenheid met de Dao.
H.23
Lao Zi werd gevraagd waarom hij zo weinig woorden gebruikte.
Woorden die zich natuurlijkweg vormen zijn zeldzaam
Een wervelwind duurt niet de hele morgen
Een hoosbui duurt niet de hele dag
Als ‘Hemel en Aarde’ al niet in staat zijn dit de hele dag vol te houden, zou dat dan niet gelden voor de ware woorden van een mens?
*
Een leerling vroeg hoe is om de Dao te volgen
Wie de Dao volgt spiegelt zich aan de Dao
Wie de Deh volgt spiegelt zich aan de Deh
Wie dit niet volgt spiegelt zich aan dat verlies
Wie zich spiegelt aan de Deh en de Dao zal
een worden met de Deh
Wie zich niet spiegelt aan de Dao is verloren
Toelichting bij H.23
Lao Zi benadrukt vaker dat een Wijze weinig woorden gebruikt. Aan het eind van de DDJ (H.81):
Betrouwbare woorden zijn niet fraai
Fraaie woorden zijn niet betrouwbaar
Een wijs mens is niet geleerd
Een geleerd mens is niet wijs
Wijze mensen praten niet veel
Wie veel praat is niet wijs
Een Wijze ‘spreekt’ niet, maar zijn woorden ontstaan natuurlijkweg zonder dat deze er als ego bij betrokken is. En als ‘Hemel en Aarde’ al niet in staat zijn de gehele dag een overvloed de hele dag vol te houden, zou dat dan niet gelden voor de ware woorden van een mens? *
In de tweede uitspraak gaat Lao Zi in op de vraag hoe het is om de Dao te volgen. Lao Zi geeft antwoord, maar in wezen is dit net als de Dao ‘onbenoembaar’.
Hier zijn de MWD-versies van de DDJ gebruikt als basis voor de vertaling. In andere versies, zoals de Wang Bi, staat wat meer tekst, maar deze is nogal warrig en waarschijnlijk later toegevoegd als commentaar van een of andere filosoof.
H.24
Lao Zi waarschuwt zijn leerlingen weer eens voor hooghartigheid:
Een blaaskaak staat niet stevig in zijn schoenen
Wie zijn ego vooropstelt bereikt geen inzicht
(in de Dao)
Wie zijn ego kan laten vallen hoeft zich niet in te spannen
(om de Dao te verwerven)
Wie snoeft komt niet ver
Voor degene die de Dao volgt is dat net alsof iemand gewichtig denkt te worden door zich vol te proppen met voedsel
Dat wordt toch door niemand op prijs gesteld!
Daarom wil degene die de Dao volgt daar niet aan toegeven
Toelichting bij H.24
Bij het tweede en derde vers van dit hoofdstuk verschilt de vertaling sterk van de andere vertalingen die ik heb gelezen. De Chinese karakters (uit de MWD-versies) zijn eerst weer vanuit de Engelse vertaling omgezet naar het Nederlands en dan zijn er naar ik hoop zinnige zinnen van gemaakt! Ik geef U een zin als voorbeeld:
自 zi4 oneself (who one truly is) ego
見 jian4 see, perceive, recognize, pay attention vooropstelt
者 zhe3 one who… (a suffix) wie
不 bu4 no, not, doesn’t niet
明 ming2 intelligent, evident, obvious inzicht
Als zin:
Wie zijn ego vooropstelt bereikt geen inzicht (in de Dao).Net als bij het derde vers is (…de Dao) door mij toegevoegd ter verduidelijking.
Wie snoeft komt niet ver – dit vers wordt in de Zhuangzi weergegeven als “Wie zichzelf roemt zal niet slagen”.
De laatste verzen verschillen wel tekstueel, maar niet zozeer inhoudelijk van andere vertalingen.
H.25
Geachte Leraar, laatst sprak u met ons over de Schepping. Kunt u daar nog iets aan toevoegen?
Er is iets, onbegrensd, groeiend
Het was er voor het universum, levend
Geen beweging, geen geluid
Leeg, Alleen
Standvastig, onveranderlijk
Te zien als de oorsprong van het al
Het is niet mogelijk het te benoemen
Als ik het zou moeten benoemen zou ik zeggen:
Groots, alomvattend
Groots, overvloeiend
Overvloeiend, eindeloos
Eindeloos, terugkerend
(naar de bron)
De Hemel is groots
De Aarde is groots
De Dao is groots
De Wijze is groots
Het innerlijk land, daarin zijn er vier groots
De Wijze behoort daartoe
De mens is naar de Aarde
De Aarde is naar de Hemel
De Hemel is naar de Dao
De Dao IS!
Toelichting bij H.25
Lao Zi probeert hier, sprekend vanuit zijn dimensie, antwoord te geven op de oeroude vraag van de mens naar de oorsprong van het ‘al’. Bedenk dat hij probeerde het onbenoembare, de Dao (H.1) te benoemen:
Als ik het zou moeten benoemen zou ik zeggen:
Groots, alomvattend.
Een uitgebreide weergave van het begrip Dao, ontleend aan de DDJ staat o.a. in de Qing Jing Jing, opgenomen in het boek Mediteren met Lao Zi)
Eerder al, (weergegeven in H.21) probeert Lao Zi de aard van de schepping en de kosmos weer te geven. Bedenk dat dit eeuwen voor de huidige kwantumfysica is! Ook andere Wijzen uit de oudheid hebben geprobeerd iets over de kosmos en de schepping te zeggen; denk bijvoorbeeld aan het ‘Net van Indra’ waarin wordt weergegeven hoe alles met alles samenhangt, ondertussen bevestigd door de fysica. Dit inzicht wordt hier ‘groots, alomvattend’ genoemd.
Voor de Wijze in de verzen voor het laatste vers vindt u ook wel de mens (in één van de hier gebruikte versies voorkomend), maar meestal Koning of Vorst. De Engelse vertaling van wang4 is sovereign; net als eerder vertaal ik dit door ‘degene die soeverein, onafhankelijk is’, de Wijze.
In de Zhuangzi:
“De Wijze mens omvat Hemel en Aarde. Hij schenkt overvloed aan de gehele wereld, en toch kent men zijn afkomst niet. Tijdens zijn leven wordt hij niet geadeld, en na zijn dood wordt hij niet heilig verklaard. Bezittingen vergaart hij niet, naam maakt hij niet: dat is wat ik noem groots”. (H.24 X)
H.65
Dit hoofdstuk is toegevoegd als aanvulling op H.3, beide zijn hier ontdaan van de gebruikelijke politieke visie.
Lao Zi vertelt over de Aloude Meesters van de Dao:
De Aloude Meesters van de Dao
hielden zich niet bezig
met het (laten) verwerven van kennis of geleerdheid
maar gaven de voorkeur aan eenvoud
Door een ‘helende methode van zelfbeheersing’
voorkwamen zij problemen
Het innerlijke land, de Geest,
proberen te beheersen
door middel van kennis en concepten
leidt tot geestelijke armoede
Het innerlijke land, het Zelf, beheersen
door kennis te laten vallen is een goede zaak
Dit te begrijpen leidt tot
een diep inzicht in de eigen aard, de hoogste Deh
Wie dit echt begrijpt
neemt dit onderzoek (van de Geest)
als maatstaf, als model
Wie voortdurend dit model toepast
kan het diepste inzicht,
de hoogste Deh bereiken
Hoe diep dit inzicht,
hoe hoog en verreikend de Deh!
Als deze samenwerken
kan je als levend wezen
terugkeren in en meegaan met
de grote doorstroom (de DaDao)
Toelichting bij H.65
In plaats van land, volk of staat heb ik hier in de lijn van mijn visie gekozen voor 'Innerlijk land'. Zoals K. Schipper weergeeft kan ''land en volk' gebruikt worden als "metaforen voor het menselijk lichaam en de krachten die het bezielen;.. "Het innerlijke land verkennen is een zeer oude vorm van meditatie". (Schipper in zijn vertaling van de DDJ p.40).