TAISHANG LAOJUN SHUO CHANG QING JING MIAOJING:
“Het Wonderbaarlijke/Mystieke Geschrift van Zuivere Leegte en Innerlijke Rust, zoals verwoord door de Hoogste Heer Lao”:
LAO ZI'S GESCHRIFT VAN ZUIVERE LEEGTE EN INNERLIJKE RUST
Deze verkorte titel is net als de indeling in drie delen mijn vertaling/hertaling en dus interpretatie van de Qing Jing Jing. Deze hertaling is gebaseerd op een groot aantal directe vertalingen uit het Chinees, vooral via het Engels.
Toelichting op de titel:
De volledige titel van de Qing Jing Jing zoals hier weergegeven luidt:
太上老 說 常 清 靜 妙 經
“Taishang Laojun shuo chang Qing Jing Miaojing"
“Het Wonderbaarlijke/Mystieke Geschrift over de Zuivere Leegte en Innerlijke Rust, zoals verwoord door de Hoogste Heer Lao”.
Waar Lao Zi in het westen ten onrechte vooral gezien wordt als een ondoorgrondelijk sociaal-politiek-filosoof, vooral bekend door de Dao Deh Jing, wordt hij in de Daoïstische religie in China gezien als een verlicht en vergoddelijkt persoon, “Taishang Laojun/de Hoogste Heer Lao”, aan wie een behoorlijk aantal geschriften wordt toegeschreven, waaronder dus de Qing Jing Jing. Daar dit geschrift ook enige elementen bevat die boeddhistisch van aard zijn is het onwaarschijnlijk dat het geschrift alleen zijn woorden bevat. Wat niet wegneemt dat vooral het eerste deel – over de Dao – direct overeenkomt met/ontleend is aan de uitspraken van Lao Zi zoals opgetekend in de Dao Deh Jing. De genoemde vergoddelijking speelt zowel een rol bij de “Hemelse Meesters” als bij de School van Quanzhen, uit welke traditie de Qing Jing Jing stamt.
De Qing Jing Jing heeft als bijzonderheid dat het zich niet alleen richt op de eenwording met de Dao (verlichting) door de Geest tot rust te brengen door het loslaten van begeerte. Het geschrift wijst ook op het tegenovergestelde proces; hoe de mens door de ontwikkeling van Geest naar zelfdenken vol begeerte steeds meer vervreemdt van de Dao – en terechtkomt in de cirkelgang van de reïncarnatie.
De Qing Jing Jing is m.i. logisch onder te verdelen in drie aparte delen en een slotwoord.
Het eerste deel van de Qing Jing Jing bespreekt de (Da)Dao als zodanig, onbenoembaar en bron van alle zijn. De formulering daarvan in de Qing Jing Jing is overeenkomstig met teksten uit vooral de Dao Deh Jing en de hieronder kort vermelde Nei Yeh.
Het mystieke en meditatieve karakter van de Dao Deh Jing – en daarmee van de leer van Lao Zi – wordt versterkt door overeenkomsten qua tekst en strekking met in dezelfde tijd als de Dao Deh Jing opgetekende Daoïstische tekst, de Nei Yeh; zie daarvoor de betreffende paragraaf op deze site.
Het tweede deel gaat over het verkrijgen van inzicht in de Dao door meditatie. Ook hier weer zijn er overeenkomstige teksten uit de Dao Deh Jing en de Nei Yeh, maar ook uit het (Zen)Boeddhisme.
Het laatste deel van de Qing Jing Jing geeft aan hoe de mens (zijn inzicht in) de eenheid met de Dao heeft verloren door begeerte en verlangen.
Dan volgt nog een kort slotvers, Vers 20
De delen van de tekst zoals hier weergegeven zijn gebaseerd op een beperkte kennis van Chinese karakters en een groot aantal vertalingen van de Qing Jing Jing, vooral in het Engels zoals die van Frederick Balfour, Livia Kohn, James Legge en Eva Wong. Alleen de versie van Wong is (nog) niet op internet te vinden.
De volledige tekst met toelichting en commentaar (vanuit o.a. het Zen-Boeddhisme) is in mei 2019 verschenen bij Uitgeverij Van Warven onder de titel 'Mediteren met Lao Zi'; Twee kleine Geschriften van de Oude Meester van de Dao, ISBN 978 94 92421 80 7. Dit boekje bevat ook de volledige tekst met toelichting van de op deze site vermelde Nei Riyong Jing. In juni 202o is de tweede, licht gewijzigde, druk verschenen.
DE QINGJING JING – Lao Zi's Geschrift van Zuivere Leegte en Innerlijke Rust
De volledige tekst, zonder commentaar en toelichting; deze staan vermeld in "Mediteren met Lao Zi".
Met het "Hart", wordt het denken/voelen bedoeld, in het Engels beer omschreven als 'mind'.
Deel 1
VERS 1 V1t/m4
De DaDao heeft als eerste beginsel
en bron van het al geen vorm
Het is de oorsprong en voeding
van Hemel en Aarde
Hoewel het geen drijfveren heeft,
geen begeerte kent
is het de oorzaak van
de omloop van Zon en Maan
(van de cirkelgang van het Zelf)
VERS 2
De DaDao kan niet benoemd worden
Het is de oorsprong en voeding
van al het bestaande
Het is niet benoembaar,
om het een naam te geven
stel ik voor: Dao
VERS 3
De Dao als eerste beginsel
omsluit Leegte en Vorm,
beweging en rust
De Hemel is Leegte, de Aarde is Vorm
De Hemel is beweging, de Aarde is rust
Yang is Leegte, Yin is Vorm
VERS 4
Het is als bron van ontstaan tot vergaan
de oorsprong van alle bestaan
Leegte de bron van Vorm
beweging de bron van rust
Deel 2 V5/tm 15
VERS 5
Als je permanent
in Zuivere Leegte en Innerlijke Rust verkeert
komen Hemel en Aarde samen
Je keert terug naar de oorsprong
VERS 6
De Geest, het Zelf, is gericht
op de Zuivere Leegte
Het 'Hart' veroorzaakt verstoring
De neiging van de Geest naar Innerlijke Rust
wordt afgeleid door begeerte
VERS 7
Laat begeerte permanent los
dan komt het Hart tot Innerlijke Rust
Maak het Hart grondig leeg
dan komt de Geest tot Zuivere Leegte
VERS 8
Dan zullen de Zes Verlangens zeker niet herrijzen
De Drie Vergiften zijn vernietigd
Diegenen die niet in deze staat verkeren
hebben het Hart nog niet geleegd
en begeerte nog niet uitgebannen
VERS 9
Wie begeerte heeft uitgebannen
en dan het Hart observeert
ziet het Hart als leeg
Wie dan het lichaam observeert
ziet het lichaam als leeg
Wie dan vormen buiten zichzelf observeert
ziet deze vormen als leeg
VERS 10
Wie dit volledig heeft gerealiseerd
ziet dat deze drie niets anders dan
Leegte zijn
Wie de Leegte observeert vanuit de Leegte
ziet dat er ook geen Leegte is
Als zelfs de Leegte niet-bestaand is
is er ook geen niet-bestaan meer
VERS 11
Voor wie er zelfs geen niet-bestaan meer is
zal de Innerlijke Rust
permanent en onverstoord zijn
Als er in Innerlijke Rust
geen iemand meer bestaat
die rustig is gemaakt,
hoe kan er dan nog begeerte opkomen?
Als er geen begeerte meer oprijst
is er pas werkelijk Innerlijke Rust
VERS 12
Hoewel je net als de Dao altijd
in relatie staat tot objecten,
dien je deze net als de Dao
slechts innerlijk te reflecteren
Hecht je noch in positieve,
noch in negatieve zin
Dan is er Zuivere Leegte en Innerlijke Rust
VERS 13
Wie bekwaam is op deze manier de
staat van Zuivere Leegte en Innerlijke Rust
te handhaven, zal geleidelijk
het zien van de Dao verwerkelijken
Wie de Dao is binnengegaan
heeft het Zelf, de ware natuur gerealiseerd
(Verlichting bereikt)
VERS 14
Hoewel het de “Verwerkelijking
van de Dao” wordt genoemd,
is er niets te verwerkelijken
We spreken alleen van “Verwerkelijking van de Dao”
om aan te geven dat iemand door inzicht
het normale bestaan getranscendeerd heeft
Alleen wie dit werkelijk Verinnerlijk heeft
kan de wijsheid van de Dao verspreiden
VERS 15
Degenen met het hoogste inzicht argumenteren niet
Degenen met minder inzicht kunnen dit niet laten
Degenen die de hoogste Deh beheersen
hechten er niet aan en tonen deze niet
Degenen die de Deh in mindere mate beheersen
zijn eraan gehecht en lopen er mee te koop
Zij die zich hechten aan het bereikte
en er zich op voorstaan
beheersen niet de principes van de Dao en de Deh
Deel 3 V16t/19
VERS 16
De mensen bereiken het zien van de Dao niet
omdat het Hart misleid is
Misleiding van het Hart betekent
dat de Geest onzuiver is
VERS 17
Door deze onzuiverheid wordt men aangetrokken
tot de '10.000 vormen'
Door deze aantrekkingskracht
ontstaan begeerte en verlangen
VERS 18
Door begeerte en verlangen
ontstaan spanningen en zorgen
Die leiden tot verwarde gedachten
en die tot bitterheid en ellende
in Hart en Lichaam
VERS 19
Dan vervalt men tot onzuiverheid
Opeenvolgende levens zullen elkaar opvolgen als golven
Men verzinkt in de oceaan van ellende
Het zien van de Dao wordt in alle eeuwigheid niet bereikt
VERS 20 Slotvers
Zij die dit alles (werkelijk) begrijpen
komen tot inzicht in hun ware natuur
Zij die het Zelf verwerkelijken
verkeren voor altijd in de staat van
Zuivere Leegte en Innerlijke Rust