Zhuang Zhou en de Zhuangzi

De Zhuangzi is vele malen vertaald in zeer veel talen. Waar bij de Liezi nog een korte opsomming van bekende (deel)vertalingen gemaakt kan worden is dat bij de Zhuangzi niet meer mogelijk. De bekendste Nederlandse (directe en volledige) uitstekende vertaling is die van Kristofer Schipper: 'Zhuang Zi, de Volledige Geschriften, het grote klassieke boek van het Taoïsme '.

Het boek 'Zwervend met Zhuangzi, Wegwijs in de Taoïstische Filosofie' van René Ransdorp is een thematische behandeling van onderwerpen uit de Zhuangzi. Deze zet de lezer op het verkeerde been –  de inhoud van zijn bespreking van de Zhuangzi “.... stoelt op de overtuiging dat een strikt filosofische lezing van de Dao Deh Jing en de Zhuangzi de meest voor de hand liggende is”.1) Daarbij zet hij zich af tegen een meer religieuze benadering van het Daoïsme – een benadering van de inhoud als mystiek kwam blijkbaar niet bij hem op

 Meester Zhuang Zhou of wel Zhuang Zi                                                                                             Van Zhuang Zi is eigenlijk niet zoveel bekend, ondanks de vele vertalingen van en commentaren op zijn Geschriften. Zijn naam zou Zhuang Zhou geweest zijn. Hij zou rond 370 v.C geboren zijn in het dorp Meng in de staat Song en zou later gevist hebben in de rivier de Pu (Lie Zi woonde in de moerassen van Pu!). Deze rivier lag in de staat Zheng die later behoord tot het grondgebied van de staat Chu. Hij werd zeer oud, leefde tot ongeveer 275 v.C. Andere bronnen noemen 369-298 v.C. Net als Lie Zi leed hij (tijdelijk?) armoede maar ging in tegenstelling tot deze wel naar een heerser om wat steun te vragen; hoe dat verliep staat in H.26 II. Hij weigerde stellig deel uit te maken van een regering of wat voor funktie daarin dan ook te vervullen (zie H.17 V en H.32 XII). In tegenstelling tot Lie Zi wordt hij wel vermeld in een korte passage in de Annalen, in de Shiji van Sima Qian: als citaat een deel van de passage van Sima Qian uit de Zhuangzi van Schipper:

 “Meester Zhuang kwam uit Meng, en zijn eigennaam was Zhou. Hij werkte gedurende een zekere tijd als klerk in een laktuin. Hij leefde ten tijde van koning Hui van Liang en van koning Xuan van Qi. Er was niets dat hij niet bestudeerd had, maar de essentie en de basis van zijn wetenschap lagen toch in de woorden van de Oude Meester (Lao Zi). Dat is dan ook de reden dat zijn geschriften, die meer dan honderdduizend karakters tellen, voor het overgrote deel uit allegorieën bestaan. Hij schreef 'de Oude Visser', 'Rover Voetpad',en 'Koffers openbreken'.  Daarin bekritiseert hij de volgelingen van Confucius en maakt hij de methodes van de Oude Meester aanschouwelijk. De verhalen over Meester Gensang, die in de Woeste Bergen van het noorden woonde, en dergelijke zijn allemaal verzinsels zonder enige realiteit. Toch was hij zeer bekwaam in het hanteren van argumenten, het gebruik van analogieën en het karakteriseren van situaties”2)


 Naam en titels van Zhuang Zi

Zin naam wordt weergegeven o.a. als Zhuang Zi, Zhuang Zhou, Tsjwang Tzu of Tse. Zhuang Zi, of wel Meester Zhuang, had als volledige naam Zhuang Zhou. Daarbij staat Zhou voor de 'Volmaakte', een passende naam voor een Daoïstisch Meester. In 742 n.C werd zijn geboortedorp Meng, tijdens Keizer Xuanzong, tijdelijk omgedoopt tot Nan-Hwa en Zhuang Zi kreeg de erenaam 'The True Man of  Nan-Hwa', de 'Meester' of 'Volmaakte mens' van het Zuidelijk Bloemenland (zie ook hieronder bij het Boek de Zhuangzi). Keizer Xuanzong gaf ook Lie Zi zijn erenaam en de eretitel aan de Geschriften van Lie Zi (zie boven).


 Meesters, vrienden, discipelen en bekenden van Zhuang Zi volgens de Zhuangzi.

Bij Lie Zi is het mogelijk een aantal Meesters te noemen die hem onderricht gaven, bij Zhuang Zi is er geen bekend! Alleen in H.20 VIII zegt hij: “Zoals ik eens mijn Meester hoorde zeggen.....”. Gezien alle onduidelijkheid over de historische data zou het in theorie mogelijk kunnen zijn dat Zhuang Zi een discipel van Lie Zi is geweest of, waarschijnlijker, van een van Lie Zi's discipelen.

Zhuang Zi was getrouwd, in H.18 II komt de dood van zijn vrouw aan de orde.

 Zijn voornaamste vriend was Hui Zi, een 'beroemd sofist' met wie hij vele 'twistgesprekken' voerde – zie bijvoorbeeld H.17 VI en het beroemde verhaal over de 'vreugde van de vissen' in par. VII van ditzelfde Hoofdstuk. Toen Hui Zi de post van eerste minister bekleedde was deze er bang voor dat Zhuang Zi zijn post ambieerde waarop deze het ministerschap vergeleek met een 'rotte rat'. (H.17 VI) Ook in een ander Hoofdstuk weigerde hij categorisch om een ambt te aanvaarden (H.32 VII).

 Meester Ziqi van de Zuiderwal (zie in de Zhuangzi ook o.a. H.2 I, H.24 X en in de Lie Zi H.4 V als Meester Nanguo 'van de zuidelijke randstad'), een – jongere? – tijdgenoot van Lie Zi krijgt in H.22 VI een lesje van Zhuang Zi als Ziqi hem vraagt waar de Dao zich bevindt. Volgens Zhuang Zi is dat 'zelfs ín poep en pies' en voegt er aan toe: “Die vraag van jou was er echt helemaal naast”3). Van Meester Ziqi is een leerling bekend, Yangcheng Ziyou (zie H.2 I en H. 27 IV van de Zhuangzi).

 In H.20 I is er sprake van een niet nader benoemde 'oude vriend' van Zhuang Zi én van 'de discipelen van Zhuang Zi' die hem vroegen naar het nut van nutteloze een boom (een vaker terugkerend thema in deze Geschriften, over het 'nut van het nutteloze').

 Lin Ju is de enige die als discipel van Zhuang Zi met name wordt genoemd! Aan hem bekendt Zhuangzi  dat hij op jacht 'zichzelf een moment had vergeten'. 4) (H.20 VIII)

 Met de Hertog Ai van Lu had Zhuang Zi eens een discussie over het Confucianisme in diens land. (H.21 V)

 Toen de familie van Zhuang Zi armoede leed wilde hij eens geld lenen van de 'Watergraaf'' en gaf een nogal cynische reactie toen deze dit pas wilde nadat hij de pacht binnen kreeg.H.26 II)

 In het Hoofdstuk 'Over Zwaarden' (H.30) geeft Zhuang Zi de Koning When of Huiwen van Zao, die verzot was op zwaardvechter een lesje hierover; aan het eind daarvan “sloot Koning Wen zich drie maanden op in zijn paleis. In de tussentijd pleegden alle zwaardvechters ter plekke zelfmoord”. 5)

 Tang, een hoogwaardigheidsbekleder uit Shang (of Song) krijgt een typisch Daoïstisch weerwoord van Zhuang Zi als deze hem verveeld met 'medemenselijkheid' (H.14 II).

 In Chu hield Zhuang Zi eens een droomdialoog met 'een verweerde oude doodskop';  deze legde hem het zorgeloze bestaan van van de doden uit als tegenstelling tot de zorgen van de mensen. (H.18 IV)

 Toen Zhuang Zi op sterven lag wilden zijn discipelen een grote begrafenis voor hem voorbereiden. Dit weigerde hij; voor hem waren de hemel en de aarde de planken voor zijn doodskist, en het maakte hem niet uit of de raven of de wormen zijn lichaam consumeerden..........(H.32 XIII).


 De Geschriften die de Zhuangzi vormen

 Hamil en Seaton wijzen er in hun beperkte vertaling van de Zhuangzi, 'Beginnen met Leven, de essentie uit het werk van Tsjwang Tse', terecht op dat de Zhuangzi: “.....niet door een bepaald iemand is geschreven. Meester Tsjwang Tsjow  (Zhuang Zhou) en de andere Chinese filosofen uit de tijd van de Tsjow-dynastie (derde eeuw v.C.) schreven geen boeken. Ze legden gedichten, liederen, korte essays, gesprekken en anekdotes vast die ze optekenden op stroken bamboe die aan elkaar werden gebonden en opgerold. Elk 'hoofdstuk' van de Tsjwang-tse bestond uit één zo'n rol”.

Ook Schipper geeft in de inleiding op zijn directe vertaling aan: “...dat een van de grootste fouten die iemand die de Zhuangzi wil begrijpen kan maken is om deze 'extraordinaire medley' te zien als een boek, dat wil zeggen: iets dat onderverdeeld is in opeenvolgende Hoofdstukken en paragrafen die samen een integraal en samenhangend proza vormen”.

Ditzelfde geldt voor de Liezi en de Dao Deh Jing. De Zhuangzi kan gezien worden als het eerste commentaar op de Dao Deh Jing.

De Titel van het 'boek'

 Het boek van Zhuang Zi wordt tegenwoordig  meestal de 'Zhuangzi' genoemd. In 742 n.C gaf Keizer Xuanzong (712-756) uit de Tangdynastie het de naam 'Nan Hua (Zhen) Jing/King, The True Classic of The southern Florescence.  Legge benoemt de Zhuangzi als 'Nan Hwa Kin King' en Wilhelm als 'Das Warhre Buch von südlichen Blütenland', 'Het Ware Boek (of Geschrif)t van het Zuidelijke Bloemenland' . Schipper geeft als vertaling van de titel 'Het Waarachtige Boek van de Bloem van het Zuiden' –  met 'Bloem' (of misschien nog beter 'Bloeiende) wordt dan Meester Zhuang Zi bedoeld

 Het boek is onderverdeeld in drie gedeelten:

  • De Innerlijke Geschriften
  • De Uiterlijke Geschriften
  • De Gemengde Geschriften

 Ouderdom

 De Innerlijke Geschriften zijn de oudste, mogelijk nog tijdens het leven van of kort na het overlijden van Zhuang Zi op schrift gesteld, dus in de periode rond 300 v.C.  In een encyclopedisch overzicht uit 240 v.C werd de Zhuangzi al vermeld. De andere twee delen zijn later op schrift gesteld door volgelingen.

Het voert in dit kader te ver om de hele geschiedenis van de Zhuangzi te behandelen; ik volsta er mee aan te geven dat de bekende standaardvorm en – tekst van de Zhuangzi in drieëndertig hoofdstukken is samengesteld door een Confucianist, Guo Xiang (252-312 n.C); deze had overigens een  kritiek op Lao Zi en Zhuang Zi “die soms zo hevig is dat de vraag zich opdringt waarom Guo nu juist voor een commentaar op Zhuangzi koos als middel om zijn eigen filosofie gestalte te geven”.6). Dan dringt de vraag zich op: In welke mate is de Zhuangzi herschreven door Guo Xiang? Toch is het mystieke karakter van de oorspronkelijke tekst nog aanwezig. Guo Xiang bracht de oorspronkelijke tweeënvijftig Hoofdstukken terug tot drieëndertig in de nu gehanteerde volgorde – en het is niet bekend wat hij heeft weggelaten.

Het is waarschijnlijk dat in de Liezi een aantal teksten staan die oorspronkelijk bij de Zhuangzi hebben gehoord; er is ook wel  sprake van overlapping zoals bij de Zhuangzi H.27 VII en H.2 XV van de Liezi.

Op de website zhuangzi.nl kunt u veel informatie vinden over Zhuang Zi.

 1)Ransdorp, p.10

2)Schipper, p 15.

3)idem, p.288

4)idem p.266

5)idem, p.39

6)De Meyer, J. in 25 Eeuwen Oosterse Filosofie, p. 443